VOOR EEN OPZEGGING DOOR EEN WERKNEMER IS EEN DUIDELIJKE EN ONDUBBELZINNIGE VERKLARING NODIG
Bijgewerkt op: 12 okt. 2023
Het is vaste rechtspraak dat voor een opzegging van de arbeidsovereenkomst door een werknemer een ‘duidelijke en ondubbelzinnige’ verklaring van de werknemer vereist is die is gericht op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Een werkgever zal niet snel mogen aannemen dat een verklaring van de werknemer die gericht is op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in overeenstemming is met diens werkelijke wil.
Als een werkgever reden heeft om te twijfelen of de werknemer daadwerkelijk zijn dienstverband heeft willen opzeggen, rust op hem een onderzoeksplicht. Hij zal dan moeten nagaan of de werknemer daadwerkelijk de intentie had om zijn dienstverband op te zeggen. Ook zal een werkgever moeten nagaan of de werknemer de nadelige gevolgen van de beëindiging (zoals geen recht op een WW-uitkering en - in het geval van een opzegging per direct - geen loon over de opzegtermijn) begreep en overzag.
Bevestigt een werkgever in een dergelijke situatie de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer, dan kan deze bevestiging worden gekwalificeerd als een niet rechtsgeldige opzegging door de werkgever. Gevolg daarvan kan zijn dat een werkgever niet alleen de zogeheten gefixeerde schadevergoeding (over de niet in acht genomen opzegtermijn) en de transitievergoeding moet betalen aan de werknemer, maar ook een billijke vergoeding. Dat is natuurlijk niet wenselijk.
Indien u twijfelt of de opzegging van uw werknemer voldoende is om het dienstverband te laten eindigen, neem contact op met Elnet Coumans op telefoonnummer 06 123 18 244.